info    06 20 90 00 87

Ergens is Paradijs

test-01-800-600

Ergens is Paradijs

Jaren woonde ik dicht bij het paradijs.
Eerst had ik het niet in de gaten.
Gedachteloos reed of liep ik voorbij,
zonder echt te zien waar ik was, wie ik was.
Tot op een dag opeens mijn oog viel op het woord
dat boven de ingang in een lichtbak zichtbaar was:
Paradijs.
Sinds die dag keek ik altijd even als ik voorbij reed of liep.
Alsof ik het paradijs groette of zij mij.
Alsof we elkaar kenden van vroeger.
Alsof we wisten dat we elkaar konden vertrouwen.
Toch ben ik nooit naar binnen gegaan.
Zonder onaardig te willen zijn, moet het toch gezegd:
Paradijs zag er wat sjofel en niet erg uitnodigend uit.
Alsof er te lang niemand echt tijd en moeite aan besteed had.
Alsof het betere tijden had gekend en op z’n retour was.
Alsof ze wachtte tot mensen het niet meer konden aanzien
en haar zouden redden van de ondergang.
In het voorbijgaan keek ik soms even naar binnen,
zag krukken waarop je kon zitten en een toonbank waar je wat kon bestellen,
maar veel klandizie was er niet.
Toen ik verhuisde verdween Paradijs uit m’n gedachten.
Tot iemand me vroeg of ik over haar wilde schrijven.
Toen zag ik haar opeens weer voor me en reed ik naar de straat waar ze woonde
om haar opnieuw te groeten.
Ze was er niet meer.
Ik kon het eerst niet geloven.
Had ik me vergist en keek ik op de verkeerde plek?
Ik keerde om en reed opnieuw door de straat,
tot ik opeens zag waar ze altijd gewoond had.
Hetzelfde huis, met een andere naam nu in de lichtbak.
Hoe kon dat nou?
Waarom had niemand me verteld dat ze ging vertrekken?
Dan had ik haar nog even gedag kunnen zeggen en een foto kunnen maken.
Dan had ik iets kunnen doen om de herinnering vast te leggen.
Dan was ik misschien tóch een keer bij haar naar binnengegaan.
Dan had ik haar misschien kunnen vasthouden…
Diep van binnen weet ik dat ze nog ergens is.
Ergens zal ze ooit weer opduiken.
Ergens zullen we elkaar weer tegenkomen en groeten als oude bekenden.
Ze is niet voorgoed verdwenen.
Ze is alleen maar verhuisd zonder een adreswijziging te sturen.
Zal dat waar zijn, of wil ik vooral dat het waar is?
Ik weet het natuurlijk niet zeker, maar kies ervoor om te geloven
dat ze ergens is en op ons wacht.
Dat ze wacht tot mensen haar gaan zoeken.
Dat ze her en der broodkruimeltjes strooit om de weg te wijzen
of steentjes neerlegt, zodat we niet verdwalen.
Dat ze haar naam uitleent voor lichtbak boven snackbar,
voor gedichten en boeken en liedjes en dromen,
voor sjofel en deftig, voor kitsch en voor kunstwerk,
voor alles en nog wat, voor jou en voor mij.
Voor bijbel en preken en smartlap en hooglied,
voor alles dat leven maakt wat het is.
Ergens is ze en wacht op ons.
Tot we haar zoeken.
Tot we de moed niet opgeven als ze niet voor de hand ligt
of mijlenver weg lijkt,
tot we net zolang doorgaan tot we haar zien, soms even.
Ergens is ze en wacht op ons.
Als dat eens waar is…
De steentjes die ze neerlegt vind je op de meest onverwachte plekken.
Soms in the middle of nowhere, soms midden in de drukte van de stad.
Soms in iets dat je ziet of hoort of leest,
soms in de ogen van een ander mens.
Op die dagen is het of ze even een hand op je schouder legt
of een duwtje in je rug geeft.
Op die dagen is het leven lichter.
Op die dagen zijn wij lichter.
Op die dagen zaait ze hoop en geloof en liefde en kun je weer vooruit.
Op die dagen spreekt het vanzelf om haar te blijven zoeken,
om erin te geloven dat wij haar zullen vinden of zij ons,
want ergens is zij en wacht op ons.

Een verhaal geschreven voor het kerkblad "Zaans Kompas" van de Protestantse Gemeente Zaandam, editie juni 2023, met als thema "Paradijs".
Inspiratiebron voor dit verhaal vond ik in de herinnering aan de snackbar met de naam “Paradijs” in de Marktstraat in Wormerveer.

Scroll to Top